Korte film over Staphorst uit 1955. De stomme film over Staphorst maakte onderdeel uit van het filmproject Beelden van Nederland. Voor zover bekend zijn de beelden uit Staphorst nooit in het openbaar vertoond. Max de Haas maakte de film zonder toestemming en negeerde de plaatselijke verordening uit 1937 om 'iemand op of aan de weg zonder diens toestemming te fotograferen'.

De beelden die Max de Haas met zijn verborgen camera schoot, tonen meisjes in klederdracht die zich afwenden van de camera en hun gezicht in hun schort bedekken, vrouwen die de tuin in vluchten bij het zien van de camera, een meisje dat over het hek klimt en wegrent, meisjes op fietsen die hun hoofd schielijk afwenden als ze verrast worden door de langsrijdende camera en twee peuters die kwaad gebaren naar de cameraman en hem een lange neus maken. Daarnaast is er een korte in scéne gezette ontmoeting tussen een Staphorster boerenmeisje en burgervrouw. De verordening met het fotografeerverbod komt uitvoerig in beeld.

Bij de oorspronkelijke beschrijving van de film uit 1955 (mogelijk van de hand van Max de Haas zelf), wordt als voetnoot bij het gedrag van de Staphorsters vermeld: 'Ongeveer analoog aan het toenmalig gedrag bij primitieve stammen in de binnenlanden van overzeese continenten. De cameralens werd beschouwd als het boze oog van kwade geesten. In Staphorst dat van de duivel.' (bron: geschiedenis24).

Uniek zijn de beelden van Stien Eelsingh op haar Witte Boerderij in Staphorst. We zien haar onder andere in gesprek met haar huishoudster.


Over de auteur:

Max de Haas was een bekende filmer met een grote reputatie. Al in 1937 brak hij door met De ballade van den hoogen hoedeen filmisch epos over Amsterdam. Deze film is een beschouwing van de crisisjaren, met een hoge hoed als hoofdrolspeler. In 1937 werd de film als Nederlandse inzending gedraaid op het filmfestival van Venetië. In 1949 maakte hij de speelfilm LO/LKP, over het christelijke verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog.

De stomme film Staphorst uit 1955 maakte deel uit van onderdeel uit van het filmproject Beelden van Nederland. Voor zover bekend zijn de beelden uit Staphorst nooit in het openbaar vertoond. (Bron: geschiedenis 24)

Prof. dr. Bert Hogenkamp, mediahistoricus en directeur van het Instituut voor Beeld en Geluid (Hilversum), attendeerde de redactie nog op de volgende interessante feiten:  "Des te opvallender is de - duidelijk geënsceneerde - ontmoeting van een jonge vrouw in klederdracht met een ‘modieus geklede dame’(zoals in de catalogus van Beeld en Geluid te lezen valt). Want er zijn verschillende shots van deze jonge vrouw te zien (tijdcode 0.48 – 1.42), o.a. bij het mattenkloppen. Ze kijkt ongegeneerd richting camera, culminerend in een gesprek (de film is zwijgend) tussen haar en de ‘modieus geklede dame’. Prompt wordt er gesneden naar het bord met het fotografeerverbod. De ‘modieus geklede dame’ was overigens Gretl de Haas, de vrouw van Max. De uit Wenen afkomstige Gretl was een buitengewoon charmante vrouw. Om die reden werd ze door haar man in Staphorst ingezet als geheim wapen. Overigens komt Max zelf ook kort in beeld (tijdcode 4.08), dollend met twee peuters die zich nog niet bewust zijn van het ‘gevaar’ van de camera. De Staphorst film maakte deel uit van een reeks van dertig korte filmpjes over Nederlandse onderwerpen die Max de Haas midden jaren vijftig voor de Amerikaanse markt maakte. Emiel van Moerkerken wiens fotowerk momenteel in Den Haag is te zien, was in die jaren de vaste cameraman van De Haas. Het valt dan ook aan te nemen dat hij de opnamen in Staphorst heeft gemaakt. Omdat de filmpjes in Amerika van commentaar en muziek werden voorzien, was geluid niet nodig. De Haas verklapte me dat een – niet bewaard gebleven -reportage over de brievenbus achterop de Amsterdamse trams het grootste succesnummer van de dertig filmpjes was." Bron: Beeld en Geluid weblog.


In de media:

2011-7-3, Meppeler Courant, 'Geheime film over Staphorst duikt op'


Foto's:


Toelichting
Wendelien Voogd:

Max de Haas filmde de meeste beelden voor zijn stomme film over Staphorst vanuit een rijdende auto waarmee hij over de enige verbindingsweg, 'de diek', Oude Rijksweg en Gemeenteweg, reed. We zien vrouwen en schoolmeisjes in Staphorster klederdracht hun hoofd van de camera afdraaien zo gauw ze in de gaten krijgen te worden gefilmd, meisjes die van schrik van hun fiets vallen en snel hun hoofd tussen hun rokken proberen te verbergen, afgewisseld met beelden van het officiële fotografeerverbod. Max de Haas wil ons laten zien dat de mensen uit Staphorst schrikken van de camera omdat, zoals hij noteerde in een bijschrift “De cameralens werd beschouwd als het boze oog van kwade geesten. In Staphorst dat van de duivel.”

De camera als oog van de duivel. Het is een veelgehoord verhaal over Staphorst. Staphorsters zouden zich niet op camera willen laten vastleggen, omdat de lens als 'oog van de duivel' wordt beschouwd. Een bijgeloof dat in het orthodox Protestante Staphorst tot gemeentelijke verordening bevorderd werd en vanaf de jaren '30 een officieel verbod.

De begeleidende tekst bij het herontdekte filmfragment noemt hetzelfde bijgeloof: “Ook om religieuze redenen beschouwen sommige strenge protestanten de camera als het 'oog van de duivel'. Wie zich op foto of film laat vastleggen, loopt kans zijn ziel aan de duivel te verliezen. Om die reden lieten bewoners van Staphorst zich zelden of nooit op film vastleggen.' (bron: geschiedenis24) 

De camera als het 'oog van de duivel', het wordt vaak gezegd over Staphorst, maar bestond zo’n bijgeloof eigenlijk echt? In beelden uit 1921, te zien in de Lentefilm, een bioscoopfilm over Nederlandse Volksgebruiken, zien we Staphorsters nog frank en vrij in de camera kijken. Kinderen in Staphorster dracht huppelen vrolijk de camera tegemoet en ook oudere Staphorsters laten de camera haar gang gaan en lijken zich van geen gevaar bewust.  Als er een primitief bijgeloof zou bestaan onder Staphorsters, dan zou dat toch zeker al in 1921 het geval moeten zijn?  

De oorsprong van het verbod op fotograferen en filmen in Staphorst lijkt iets anders te liggen.  Uit foto’s van het begin van de twintigste eeuw blijkt dat Staphorsters rond 1900 geen enkel bezwaar tegen fotograferen hadden. De kerkgang kon zonder moeite gefotografeerd worden. Het is ook bekend dat Staphorster mannen en vrouwen zich traditiegetrouw vlak voor hun ondertrouw door de fotograaf in Meppel lieten vastleggen.  Hier ook geen angst voor de fotograaf en zijn lens.  In de jaren '30 van de vorige eeuw (als gevolg van gemotoriseerd verkeer, aanloop van kunstenaars, filmjournaals etc.) werd Staphorst ontdekt door de buitenwereld en ontstond er een run op Staphorst als fotografische attractie. Staphorsters vonden zichzelf steeds vaker terug op ansichtkaarten die verkocht werden in Zwolle en Meppel. En tijdens de kerkgang stonden auto’s en fotografen Staphorsters op te wachten. De hinder en ergernis die de Staphorsters hiervan ondervonden was de reden van de gemeentelijke verordening uit 1937 waarin het fotografeerverbod om 'iemand op of aan de weg zonder diens toestemming te fotograferen'. 

Kortom: Staphorsters wilden niet gefotografeerd worden omdat ze zich ergerden aan de honderden fotografen tijdens de kerkgang op zondag. Ook wilden ze niet als ansichtkaart eindigen of als personage in een bioscoopfilm. Dat laatste zagen zij wel af als duivels, daar wendden ze zich van af. Maar van een primitief bijgeloof was geen sprake. Hoewel bij enkele orthodoxe gelovigen wel de Bijbelse overtuiging heerste dat stemgeluid niet moet worden vastgelegd.

Het is interessant te zien dat het beelden uit de film zelf zijn die het denkbeeld van het primitieve en angstige Staphorst ontkrachten: een meisje en jongen die vanuit de auto gefilmd worden, wenden zich stoer naar de cameraman, maken kwade gebaren en een lange neus. Het is een opstandige reactie tegen een vreemde opdringerige meneer met een camera en niet tegen de duivel. Daar ren je inderdaad hard en angstig voor weg, hopende dat hij je niet inhaalt.

Vandaag de dag is er een lobby onder professionele fotografen en cameramensen om in (derdewereld)landen of in unieke gebieden, waar men niet bekend is met camera's en portretrechten, aan de mensen toestemming te vragen en vergoedingen te betalen. Staphorst echter wordt, net als in de jaren '30 en '60, nog regelmatig overvallen door fotografen en cameraploegen die er een 'hit and run-tactiek' op na houden.


 

 


Terug naar het overzicht

release 1 januari 1955
vorm reportage
lengte 5 minuten
regisseur Max de Haas
producent Max de Haas

 

Deel dit artikel