Boekje met de herinneringen van de Rouveense Diddy Bouwsma, schoollerares aan de Gereformeerde Lagere School te Rouveen (gemeente Staphorst). In de jaren zestig kwam zij hier als 19-jarige te werken. Veel kinderen in Rouveen hadden nog nooit een ‘burger-kind’ gezien. Diddy Bouwsma, zelf afkomstig uit Kampen, vond het leven er ‘ongecompliceerd, eenvoudig en voornamelijk vol vreugden’ en verwonderde zich over het bestaan van de kinderen, wier leven nog volledig verbonden was met het leven van de boerderij van hun ouders.

ISBN: geen

Te koop bij boekhandel De Haan, Staphorst


In de media

9 oktober 2012, Reformatorisch dagblad: 'Oud-leerkracht Bouwsma: Als vanzelf ging ik lofliederen zingen'

9 oktober 2012, Meppeler Courant: 'Juf schrijft over belevenissen in Rouveen'

15 december 2012, Weblog Rouveen: 'Boek van Diddy Bouwsma weer te koop bij boekhandel De Haan'



Toelichting
Wendelien Voogd

De verhalen Van Diddy Bouwsma zijn mooi en kleurrijk en brengen het leven van Staphorst in de jaren zestig dichterbij. Als Maria uit de Sound of Music schrijft zij liefdevol en vol verbazing over haar dorpse pupillen: ‘Van de 15 jongens heten er acht Jan. (…) De meisjesnamen zijn ook even wennen. Jacobje, Hendrikje, Roelofje, Jantje, Beertje…hebben ze hier geen echte meisjesnamen, denk ik?’ Ze maakt zich zorgen over de taalvaardigheid van de kinderen - zal ze het schema van Verhulst wel afkrijgen? – maar daar tegenover staat het plezier dat zij en de kinderen beleven aan de handwerklessen en het voorbereiden van een toneelstuk, gebaseerd op een stichtelijk kinderboek. Sommige ouders vinden dat minder. Een vader probeert de repetities bijna te verhinderen door zijn mestkar het erf op te rijden en te roepen: ‘Het giet al te veul op een opvoeringe lieken en dat bint we hier niet gewoon, niks geen verkleedpartjen, niks geen pruiken!’ Diddy Bouwsma kan de man tot bedaren brengen en de voorstelling gaat door. Later klapt de man toch enthousiast mee met het applaus.

Het boekje is vol kleine details over het leven in een streng religieuze en agrarische gemeenschap in de jaren zestig. Zelfs een actie van baldadige ‘padjongens’, een soort mini-volksgerichtje, passeert de revue. Voor het thema ‘vakantie’ had Diddy de klas versierd met strand, schelpen, zeesterren en zeewier. Toen zij op een middag naar huis fietste, belaagde een groepje opgeschoten jongens haar vanuit een greppel met kluiten aarde: ‘ ‘Hierzo’, riepen ze, ‘die vrome juffrouw! Giet in de vakantie naar het goddelooste eiland wat er bestiet en loopt daar in een korte broek!!’ Ik kon nog net afstappen. M’n hele lijf trilde en schokte.’

Het Staphorst waar Diddy Bouwsma verblijft, is niet van het meest orthoxe gedeelte. Het is Rouveen, waar alle vernieuwing vandaan komt. Westertuut, noemt men het. De kant van de Oude Rijksweg, richting het Westen, richting de Lichtmis, de poort naar Zwolle en de rest van de wereld. Men draagt er al geen klederdracht meer, zoals aan de oostkant van Staphorst, waar de orthodoxe kerk van Staphorst staat, en er mag iets meer, maar toch is het dagelijks leven er vervlochten met de bijbel en het leven op de boerderij. Het is vertederend om te lezen hoe de kinderen de Bijbelverhalen vermengen met hun eigen ervaringen: Mozes zet zijn klompen bij het vuur en Rachel eet een ‘koekkien’.

Rouveense verhalen leest als een roman, maar is eigenlijk te kort. De belevenissen van een schooljuf in het Staphorst uit de jaren zestig zijn zo liefdevol en levend beschreven, dat vraagt om meer. Waar blijft de uitgebreide versie?


 


Terug naar het overzicht

release 1 januari 2012
vorm Memoires
auteur Diddy Bouwsma
uitgever Diddy Bouwsma

 

Deel dit artikel