Sociografie van Staphorst. Een van de eerste sociologische beschrijvingen van de Overijsselse gemeenschap gebaseerd op oorspronkelijk onderzoek. ‘Staphorst, Onderzoek naar de levensomstandigheden der bevolking van plattelandsgemeenten’ verscheen in 1947 als proefschrift en was gebaseerd op onderzoek tijdens de oorlog in de jaren 1943 en 1944.  In de gedetailleerde studie komen klimaat, bodem, ligging, demografie, economische verhoudingen, gezin, opvoeding, moraal, geloof, bijgeloof, geestelijke ontwikkeling, ontspanning en volkskarakter aan de orde.

De studie gold als een klassieker op het gebied van de sociografie, de Nederlandse versie van de sociologie, die zich vooral toelegde op het beschrijven van feiten en zich afzette tegen de grote theorieën (marxisme, psychoanalyse) van de afgelopen eeuw.

Hoewel Groenman’s studie nog steeds als een belangrijk sociografisch werk geldt, werd de conclusie van het boek – Staphorst als geïsoleerde gemeente – voorbijgestreefd door een andere studie, namelijk die van Nooy-Palm, die aantoonde dat Staphorst nooit geïsoleerd was geweest en dat de typische Staphorster gebruiken en tradities uit een andere bron verklaard moeten worden.

ISBN: Geen.


Over de auteur

Sjoerd Groenman (Roosendaal, 28 november 1913 – Bilthoven, 14 februari 2000) groeide op in Winschoten en trok in 1932 naar Amsterdam om sociografie te studeren. In 1937 deed hij doctoraal examen. Hij bekwaamde zich als journalist, werkte als redacteur bij de Winschoter Courant en als onderzoeker in Emmen en Groningen. en trouwde in 1939 met Lucie Limborgh Meijer. Het echtpaar vestigde zich te Zwolle. In de oorlogsjaren werkte hij aan zijn onderzoek 'Staphorst: Sociografie van een gesloten gemeenschap', waarop hij in 1947 bij promoveerde.

Groenman behoorde tot de eerste naoorlogse hoogleraren sociologie. Nederland, dat na de oorlog berooid was en geconfronteerd werd met problemen als oorlogsschade, woningnood, werkgelegenheid, geboortegolf en industrialisatie, had veel behoefte aan sociologisch onderzoek. Elke universiteit kreeg een eigen opleiding sociologie. Geen van de nieuwe hoogleraren was als socioloog opgeleid.

Groenman werd hoogleraar sociologie te Utrecht op 1 november 1948. Tot 1956 combineerde hij deze functie met het directeurschap van het ISONEVO (Amsterdam), het Instituut voor Sociaal Onderzoek van het Nederlandse Volk. Dit instituut kreeg belangrijke onderzoeksopdrachten, waaronder het onderzoek naar de sociale gevolgen van de watersnoodramp van 1953.

Groenman speelde een prominente rol in de ontwikkeling van zijn vak. Hij hield talloze lezingen, schreef honderden artikelen en een aantal belangrijke standaardwerken. Van 1971 tot 1976 was Groenman rector magnificus van de universiteit van Utrecht.

Groenman maakte jarenlang deel uit van het Genootschap 'Flevo', een denktank rondom de Zuiderzeewerken, en schreef veel over de inpoldering van de Zuiderzee en over de Deltawerken.

In 1977 ontving Groenman een eredoctoraat van de Universiteit van Florida. Hij was een vooraanstaand vrijmetselaar en overtuigd humanist.


In de media

1998-11-18, Trouw: 'Dorpsballaden'
1991-09-18, Reformatorisch Dagblad:'De Staphorsters komen niet uit Friesland'


Toelichting
Wendelien Voogd

Groenman’s Staphorst is een uitvoerige beschrijving van de Staphorster samenleving in de jaren 40 van de vorige eeuw. Niet alleen demografie, gezin, opvoeding, economische verhoudingen en religie komen naar aan bod, maar ook klimatologische aspecten, bodem en bebouwing, alles wat het typische van Staphorst kan verklaren.

En typisch is Staphorst volgens Groenman zeker: 'Elkeen weet, dat Staphorst merkwaardige trekken vertoont, die wijzen op een zekere eenheid, op een groepsverband. Wij staan voor het raadsel van het in stand houden van de klederdracht en van het voortleven van tal van volksgebruiken. (..) Het zijn deze en andere bijzondere trekken van Staphorst, die de aandacht vragen van de sociograaf en die hij moet trachten begrijpelijk te maken, zo mogelijk in hun onderlinge samenhang' (Groenman, 1947).

In Groenman’s visie hangt alles in Staphorst samen en zijn de Staphorster eigenaardigheden, zoals het lang vasthouden aan bepaalde gebruiken, verklaarbaar vanuit een geografische of fysieke bron: In Staphorst is het de manier van wonen, op smalle, langgerekte stroken land, vlak naast en achter elkaar, aan een gemeenschappelijke weg, die een sociale controle veroorzaakte, die zich '..over allen doen voelen.  Elkeen was gedwongen zich daaraan te storen. Oude gewoonten konden zich daardoor beter staande houden.', aldus Groenman.

Critici van Groenman beweren dat de sociograaf Staphorst ten onrechte als geïsoleerd bestempelde, waarmee hij het ins tand houden van oude gebruiken verklaarde, maar wie Groenman goed leest, ziet dat hij een onderscheid maakt tussen sociaal en fysiek isolement.  Staphorsters waren niet fysiek geïsoleerd. Staphorst lag al eeuwen aan de doorgaande weg tussen Zwolle en Meppel en Staphorsters gingen er naar de markt, maar wel was er volgens Groenman sprake van een zelfgekozen sociaal isolement, '...het stedelijk milieu beroert hen niet.', zegt hij en dan had hij het met name over de Staphorster vrouwen. Groenman: 'Het door de vrouw eenmaal verworven geestelijk bezit verkrijgt voor haar gemakkelijk het karakter van een onaantastbaar geheel, waarvan niets kan worden afgenomen zonder het zijn waarde te doen verliezen'.

Het zijn dit soort in die tijd gangbare pseudo-wetenchappelijke theorieën die afbreuk doen aan het werk van Groenman. Vooral in de laatste hoofdstukken, als hij met behulp van de psychologische classificatie van  Heymans, de Staphorster volksaard probeert te karakteriseren, krijgen de beschrijvingen van Groenman iets lachwekkends en bepaald niet vleiend voor de Staphorster samenleving: De Staphorster is volgens Groenman materialistisch, bang om tekort te worden gedaan, laf (durft alleen in groepsverband, als padjongens, op te treden), heeft geen krachtige persoonlijkheid, is niet wilskrachtig, laf en toegevend tegenover kinderen en geeft geen blijk van diepere emoties.

Als naslagwerk van de Staphorster samenleving rond de tweede wereldoorlog blijft de studie van Groenman vanwege haar vele feiten, grafiekjes en kaarten nog steeds bruikbaar, maar de beschrijvingen van de volksaard van Staphorst is niet meer van deze de tijd. Wie geïnteresseerd is in de cultuur van Staphorst kan beter Nooy-Palm lezen.



Terug naar het overzicht

release           1 januari 1947
vorm onderzoek
auteur Sjoerd Groenman (Dr. S.J. Groenman)
uitgever Stenvert (Meppel)

 

Deel dit artikel