Staphorst en zijn gerichten is een van de meest recente standaardwerken over Staphorst. Het is een verslag van een historisch, antropologisch en juridisch onderzoeksproject over Staphorst en de volksgerichten.

Volksgerichten waren een soort volkstribunalen die tot de jaren zestig in Staphorst voorkwamen. Een groep zogenaamde ‘padjongens’ (Staphorster jongens verenigd in een kameradengroep) besloot dan bij elkaar te komen om een sanctie uit te voeren voor een lokaal vergrijp, vaak een jongeman die een zwanger meisje ‘liet zitten’ en hem zo te dwingen alsnog de norm van de groep te volgen en te trouwen.

De volksgerichten kwamen in de jaren zestig uitgebreid en negatief in de pers, toen journalisten lucht kregen van een van de laatste gevallen van eigenrecht in Staphorst, waarbij een (vermeende) overspelige man en vrouw met een mestkar onder luid gejoel door het dorp werden gereden. Bergh’s studie is een poging door middel van detailbeschrijvingen en analyse het volksgericht in Staphorst te begrijpen en te nuanceren.

In het boek beantwoorden Bergh en zijn medeauteurs de volgende vragen:  Hoe heeft Staphorst zich weten te handhaven in de moderne wereld? Onder welke omstandigheden vonden volksgerichten plaats en hoe is de verhouding tussen dit lokale gebruik en de officiële juridische instituties?

In de laatste hoofdstukken analyseert het boek de functie die het volksgericht had binnen de Staphorster samenleving – het handhaven van de normen en waarden van een kleine dorpsgemeenschap – en probeert het systeem van roddel, sociale controle en sanctie te verklaren. De schrijvers pleiten ten slotte voor meer begrip voor het Staphorster volkstribunaal en beschrijven de turbulente mediaverslaggeving in de jaren zestig naar aanleiding van de laatste volksgerichten.

ISBN: 90 6009 445


Over de auteur

Govaert Carolus Joannes Joseph van den Bergh (1926 - 2005) werd op 18 maart 1926 geboren in Haarlem waar hij ook het gymnasium volgde. Hij studeerde rechten in Amsterdam aan de UvA en promoveerde daar in 1964 op een proefschrift getiteld ‘Themis en de Muzen; de functie van de gebonden vormen in het recht’.

Prof. Van den Bergh was eerst hoogleraar Romeins recht te Nijmegen voordat hij op 13 oktober 1975 aantrad als hoogleraar rechtsgeleerdheid aan de universiteit van Utrecht.

Eerder publiceerde Van den Bergh over volksgerichten in Limburg (Volksgerichten in Limburg, in Neerlands volksleven 21 (1971), nr.1) en over rechtsantropologie samen met criminoloog W.C. van Binsbergen.

In 1988 ging Prof.mr.dr. G.C.J.J. van den Bergh met vervroegd emeritaat.  Hij overleed in 2005. Klik voor een memoriam aan hem

.


In de media

1980-11-1, Drents Dagblad, 'Boek oordeelt mild over Staphorst...'



Toelichting
Wendelien Voogd

Het volksgericht in Staphorst is een gevoelig onderwerp en het is lovenswaardig dat de schrijvers van Staphorst en zijn gerichten geprobeerd hebben meer begrip voor deze traditionele vorm van rechtspraak te kweken. Maar zijn ze daar in geslaagd?

Van den Bergh en zijn medeauteurs schrijven gedetailleerd over de manier waarop het systeem van eigenrecht in Staphorst functioneert: de ‘padjongens’ die het besluit van de gemeenschap uitvoerden, de regels en keuzes die bij een volksgericht komen kijken –op de kar door het dorp of een erenboog voor de deur– en de situaties waarin het werd toegepast: vrijwel altijd in gevallen van een zwanger meisje en een jongen die haar liet zitten of overspel of een vermoeden daartoe.

De gedetailleerde beschrijvingen van gevallen waarin het volksgericht in Staphorst werd toegepast zijn de moeite waard. De reconstructies van 23 gevallen zijn even schrijnend als fascinerend en lezen als een boeiende roman, compleet met levensechte personages (die vaak met naam en toenaam worden genoemd!) en een spannend plot. Het is de vraag of Staphorsters blij waren met de publicatie van deze gevalsbeschrijvingen, want de gemeenschap is klein en mensen kennen elkaar, ook al gaat het om een ver verleden.

De theoretische discussie van de schrijvers - of er bij een volksgericht sprake is van echt ‘recht’, in de westerse juridische betekenis van het woord, of dat er meer sprake is van een uitgebreide, zwaardere vorm van sociale controle en normering - is voor rechtsantropologen interessante materie. Voor de geïnteresseerde leek voert deze discussie te ver.

Het is bijzonder dat dergelijke systemen van eigenrecht in veel Europese landen tot ver in de negentiende eeuw voorkwamen. Net zoals in Staphorst ging het dan vaak om gevallen waarbij de trouwbelofte werd geschonden. Het lijkt erop dat het afdwingen van de trouwbelofte in de boerengemeenschappen zo belangrijk voor het voorbestaan van de gemeenschap was –een boer heeft immers kinderen als werknemers nodig– dat lokale rechtspraak het roer overnam, waar de officiële rechtspraak tekort schoot.

De verklaringen van het bestaan van het volksgericht door Van den Bergh e.a. snijden hout en zijn historisch en antropologisch verantwoord, maar of we er daarom begrip en sympathie voor moeten hebben zoals Van den Bergh pleit in zijn pleidooi voor vergaand cultuurrelativisme, is de vraag en in ieder geval een persoonlijke keuze die iedereen met zijn eigen geweten moet beantwoorden.



Terug naar het overzicht

release 1 januari 1980
vorm onderzoek
auteur G.C.J.J. van den Bergh e.a.
uitgever Boom (Meppel)

Deel dit artikel