Eerste Stappester prentenboek. Prenten en tekst tonen het dagelijkse leven van Margje, een Staphorster meisje, in typische Staphorster kledij en haardracht, die in een bedstede slaapt, haar eigen kippen voert (‘t Bint scharrelkipp’n) en bij oma en opa in klederdracht naar verhalen luistert en de koeien mag helpen melken.

Deze uitgave was het eerste kinderboek in de Staphorster variant van het Neder-Saksisch (met Nederlandse ‘ondertiteling’) en heeft de weg gevonden naar veel Staphorster huiskamers en scholen. Hoewel het prentenboek niet als zodanig is ontwikkeld, kan het toch gezien worden als de eerste poging om kinderen bewust te maken van ‘het Stappest’ als volwaardige taal. Het Neder-Saksisch, waar het Staphorst een aparte variant van is, is inmiddels door het Europese Handvest voor Regionale en Minderheidstalen als taal erkend, maar krijgt nog niet de behandeling en investeringen die bijvoorbeeld het Fries wel krijgt.

ISBN 90 6697 093 6

Niet meer leverbaar


Over de auteur

Het eerste Stapperster Prentenboek Moer, ik goa noar böppe werd geschreven door de Staphorster nichtjes Jantje de Boer-Lier (Staphorst, 1974) en Henrike Westhoff-Lier (Staphorst, 1975). Zij maakten het prentenboek in 1998 als afstudeeropdracht voor de pedagogische academie waar zij een opleiding tot onderwijzer volgden. Als rasechte ‘Stappesters’ leek het hen aardig een kinderboek te maken over de Staphorster tradities in de Staphorster streektaal, omdat zoiets nog niet bestond.

De IJsselacademie, gespecialiseerd in het Overijsselse taalerfgoed, verbeterde hier en daar de schrijfwijze van het Neder-Saksisch, voegde er een Nederlandse vertaling aan toe en verzorgde de distributie van het eerste Stappester prentenboek.



Toelichting
Wendelien Voogd

Hoewel niet helemaal historisch correct – het prentenboek toont een meisje in Staphorster streekdracht, terwijl dat in 1987 al niet meer voorkwam* – is het prentenboek Moer, ik goa noar böppe een leuke bijdrage aan het kleine oeuvre in de Staphorster streektaal.

Het ‘Stappest’ is een aparte variant van het Neder-Saksisch en wordt binnen de grenzen van Staphorst en Rouveen door meer dan 75% van de inwoners van het taalgebied gesproken. Dat het Stappest een apart taalgebied vormt binnen het Neder-Saksisch, leiden taalwetenschappers af van het gebruik van bepaalde verkleinvormen, die in de rest van Overijssel niet voorkomen, maar wel bijvoorbeeld in Zuid-Drenthe (bron: www.taalvanoverijssel.nl). Dat vormde voor sommige historici het bewijs dat de Staphorster bevolking ooit uit die contreien moet zijn geëmigreerd, maar dat terzijde.

Overigens heeft het Neder-Saksisch de status van een volwaardige taal. Het Europese Handvest voor Regionale en Minderheidstalen heeft het Neder-Saksisch als taal erkend. Toch is haar status nog niet dezelfde als die van het Fries. Het Fries is erkend volgens deel III, het Neder-Saksisch volgens deel II. Dat houdt in dat er minder beleid voor hoeft te worden gemaakt en er dus ook van bovenaf geen onderwijsbeleid is geformuleerd, zoals bij het Fries.

Op Staphorster scholen is er geen speciale aandacht voor het Neder-Saksisch, of de speciale Staphorster variant daarvan. Een lobby vanuit Overijssel richting Den Haag moet er voor zorgen dat het Overijsselse taalerfgoed de A-status krijgt en de maatregelen die daarbij horen (actieve aandacht, geld en middelen voor het onderwijs), zodat het Neder-Saksisch een levende taal blijft en niet verdwijnt.

In Staphorst dreigt dat gelukkig nog niet. Velen spreken het ‘Stappest’ en behouden zo hun erfgoed. Hoewel het nu dus nog niet noodzakelijk is, levert het prentenboek alvast een bijdrage aan het vastleggen en doorgeven van de taal voor volgende generaties.

Met speciale dank aan Philomène Bloemhoff (taalkundige IJsselacademie)

*Anno 2013 zijn er nog steeds Staphorster moeders die hun kleine kinderen in traditioneel streekgoed hullen, vooral in de winter. Maar meisjes in de lagere school leeftijd dagelijks in traditionele dracht, dat komt vrijwel nooit meer voor.


 

 



 


Terug naar het overzicht

release 1 januari 1998
vorm kinderboek
auteur H. Lier en  J. Lier
uitgever Stichting de IJsselacademie, Kampen

Deel dit artikel