In de uitzending van Farce Majeur over Staphorst draagt Ted de Braak een gedicht voor naar aanleiding van de polio-epidemie in Staphorst in 1971.

Het gedicht gaat als volgt:

In Staphorst woont in deze tijd
Een herder die zijn kudde wijdt
Hij lijdt hun zielenheil met frasen,
Maar neemt het lichaam mee te grazen
Hij die het nieuwe testament
Zodanig op een prikje kent
Dat hij zijn eigen oordeel bouwt
Voor juist en laatste oordeel houdt
Verbiedt zijn arme schapen fel
Alle verleidingen van de hel
En daarin het nieuwe testament,
Geen sterveling werd ingeënt
Al het nieuwe, meent de vrome,
Alleen maar van de duivel kan komen
Die zelfs de lui die klontjes slikken
Heel zeker aan zijn vork zal prikken
Een blinde die de lamme leidt,
dat kan haast niet meer in deze tijd
maar ach, hij meent het goed
Hij denkt dat hij het juiste doet,
Toon dus begrip
En laat de kinderen tot hem gaan
En voor hen bidden
Alle dagen
Zolang hun beentje hen nog kunnen dragen


Over de auteur

Farce Majeure was een komisch, satirisch en muzikaal televisieprogramma van de NCRV met Alexander Pola, Fred Benavente, Ted de Braak, Jan Fillekers en Henk van der Horst. De muziek van veel liedjes was van Harry Bannink. De eerste uitzending vond plaats op 15 september 1966. Het programma liep onafgebroken tot 1976. Van 1983 tot 1986 werd het nieuw leven ingeblazen met nieuwe afleveringen.

De titel is een woordspeling met de Franse term force majeure, dat overmacht betekent. Maar farce betekent in het Frans scherts, of mop, dus farce majeure betekent supermop.

Het programma ging op humoristische wijze in op de actuele gebeurtenissen in Nederland en de wereld, en groeide van eenvoudig vrolijk uit tot scherp satirisch, eigenlijk niet in de stijl van de NCRV van die tijd. Het programma was zeer populair.

Schrijver van het gedicht, Alexander Pola was artiestennaam van Abraham Polak, (Haarlem, 26 juni 1914 – Amsterdam, 12 oktober 1992). Pola werd bekend door zijn medewerking aan het populaire radioprogramma Negen heit de klok met Jan de Cler. Gedurende de jaren '50 bleven zij samen voor radioprogramma's schrijven. Zijn grootste succes op de televisie kreeg Pola door zijn deelname als tekstschrijver en uitvoerend artiest aan het kwintet Farce Majeure, waarvoor hij in september 1966 werd gevraagd. Later schreef hij columns voor de Radio Nederland Wereldomroep en in de VARAgids.

Theodorus Leonardus (Ted) de Braak (Arnhem, 8 april 1935), die het gedicht voordroeg,  kreeg grote bekendheid vanaf 1966 als lid van het Farce Majeure-team. Voor de televisie maakte De Braak de NCRV-programma's "Met liedjes het land in", "Toi, toi, toi, bij Ted" en meer dan vijftig "Tedshows". Ook als presentator van spelprogramma's maakte hij furore, met programma's als "1-2-3-Show", "Boven-mijn-pet-show", "Tedtijd" (bij de KRO) en "Teds Familie Spel Show" (bij de NCRV).

Alfred (Fred) Benavente (Haarlem, 24 november 1926 - Le Caylar (Frankrijk), 2 december 2005), was de regisseur van het programma. Hij was een Nederlands programmamaker, acteur, zanger en tekstschrijver.


In de media

2005-2-22 , RKK.nl: ‘Humor moet schuren’


 

 


Toelichting
Wendelien Voogd

Humor moet schuren”, vindt Henk van der Horst, oud-medewerker van Farce Majeur en haalt daarbij het gedicht aan dat Ted de Braak in 1971 voordroeg naar aanleiding van de polio-epidemie in Staphorst. Zeer politiek correct zien de zwart-wit beelden eruit: Ted de Braak, de latere populaire quizmaster, in artistiekerige zwarte koltrui, die geladen en zonder een keer met zijn ogen te knipperen,  het gedicht voordraagt.

Het is een scherp gedicht, Een dominee die zijn volgelingen verbiedt hun kinderen in te laten enten tegen een vreselijke ziekte en het klopte geheel met de tijdgeest om de gebeurtenissen in Staphorst af te keuren. Het was de tijd van de sterke ontkerkelijking, de ontzuiling, het anti-autoritaire denken en de vrijheid van het individu. Nederland maakte zich los van een verleden waarin het leven werd bepaald door kerk en dominee en dat vond zijn weerslag in de literatuur en de kunst. De boeken van Gerard Reve, Maarten het Hart en Jan Wolkers beschrijven sombere, gekwelde ervaringen in een protestants-christelijk milieu.

Tegenwoordig komen veel schrijvers daar weer van terug. Een schrijver als Nicolaas Matsier - gereformeerd opgevoed en in de jaren zestig de kerk de rug toegekeerd - zegt het nu te betreuren dat hij zijn kinderen niet naar het Gereformeerd gymnasium stuurde, maar naar het Barlaeus gymnasium. Hij ziet het christendom als onderdeel van zijn Nederlandse identiteit en het gebrek aan identiteit bij zijn kinderen als een verarming.

Het felle anti-christelijke sentiment is verdwenen uit de hedendaagse opvattingen. We zijn milder geworden en betreuren het verlies aan kennis en cultuur dat gepaard gaat met secularisatie. Ook over de polio-epidemie in Staphorst hoor je weleens relativerende geluiden: dat het niet-inenten ook wel uit andere overwegingen gebeurde dan religieuze: Mensen die het inenten niet vertrouwden, bang waren dat je daar andere ziektes van kreeg, net zoals tegenwoordig veel mensen hun kinderen niet inenten vanwege de verhalen dat de vaccins autisme veroorzaken. Zijn we ook zo fel tegen deze mensen?  Bestempelen we hen ook als middeleeuws, achterlijk, nalopers?

Waarschijnlijk zijn de gebeurtenissen in Staphorst in de jaren '70 ook aangegrepen als een manier om eens hard aan te schoppen tegen de dominee en de ouderlingen, die voorheen in alles moest worden gevolgd, om ons los te maken van ons gezamenlijke protestant-christelijk verleden.





Terug naar het overzicht

release 1 januari 1971
vorm televisieprogramma
lengte 3 minuten
regisseur Fred Benavente
producent NCRV

Deel dit artikel